Waar staan we op financieel gebied?

Met de kadernota geeft het college inzicht in de verdere realisatie van het coalitieakkoord 2022-2026 'Diemen met elkaar en voor elkaar'. Naast de ambities uit het coalitieakkoord komen er ontwikkelingen vanuit het Rijk en de samenleving op ons af waar wij als lokale overheid een grote rol in hebben. Alle voorgenomen ontwikkelingen leiden uiteindelijk tot een geactualiseerd meerjarenperspectief.

Per programma geven we op hoofdlijnen inzicht in de ambities en ontwikkelingen. We maken bij de ontwikkelingen onderscheid tussen autonome en nieuwe ontwikkelingen. Autonome ontwikkelingen zijn onontkoombaar, te denken valt dan aan ontwikkelingen als gevolg van de groei van Diemen, gewijzigde wetgeving of de gevolgen van de inflatie (loon- en prijsindexering, energiekosten).

Daarnaast moeten we omgaan met een veranderende financiële positie. Het is voor de langere termijn onzeker welke financiële middelen we hebben om aan alle ambities en ontwikkelingen invulling te geven.

Veranderende financiële positie

De financiële huishouding van de gemeente Diemen is goed op orde. De jaarrekening 2022 liet een overschot van € 8 miljoen zien. Een groot deel hiervan betreft werkzaamheden die we in 2023 nog gaan oppakken en het restant is in de Algemene Reserve gestort. Onze reservepositie is daardoor solide en geeft ons enig comfort voor mindere tijden.

In de Programmabegroting 2023 is terug te lezen dat we voor de jaren 2024 en 2025 nog financiële overschotten verwachten. Vanaf 2026 wijzigt het perspectief drastisch. Het is voor het Rijk lastig structurele zekerheid te geven. Tot op heden moeten we het met korttijdelijke toezeggingen doen. We ontvangen steeds vaker specifieke uitkeringen (SPUK). Hoewel het bij deze uitkeringen om veel geld gaat heeft het Rijk er ook een (specifiek) doel aan gekoppeld. Dergelijke gelden zijn dus voor de gemeenten niet vrij inzetbaar.

De economie staat onder druk, de inflatie is hoog en de rente stijgt. Ook de woningbouwmarkt is behoorlijk stil gevallen. Dit heeft een nadelig effect op de financiële huishouding van Diemen. Het aantrekken of herfinancieren van leningen is door de hogere rente een stuk duurder geworden.

Het tempo waarin nieuwe woningbouwlocaties opgeleverd worden, is gestagneerd. Het totaal aantal woningen dat we gaan bouwen is gelijk gebleven maar het zal langer duren voordat alle woningen gerealiseerd zijn. Dit leidt ertoe dat we gemiddeld per jaar minder woningen bouwen dan dat we voorheen verwachtten. Op de korte termijn resulteert dat in een negatief effect op de uitkering die we van het Rijk ontvangen (minder woningen, minder inwoners).

Conclusie is dat de financiële omstandigheden ingrijpend zijn veranderd. We moeten rekening houden met een structureel lagere Rijksvergoeding. Dat heeft vooral invloed op onze toekomstige ambities.

In eerste instantie doen we een poging om realistischer te begroten. Ambities moeten niet alleen financieel haalbaar zijn maar ook uitvoerbaar. Dat is gezien de huidige druk op de ambtelijke capaciteit (arbeidsmarkt) een flinke uitdaging.

Daarnaast onderzoeken we welke maatregelen mogelijk zijn om te komen tot een structureel sluitend meerjarenperspectief.

Vaststellen uitgangspunten Begroting 2024

Het belangrijkste onderdeel van de kadernota is het vaststellen van de uitgangspunten voor het opstellen van de Begroting 2024. In deze kadernota vragen wij u de volgende uitgangspunten vast te stellen:

  • Aantallen woningen en inwoners 2024-2027;

  • Loonindexering personeelskosten 2024;

  • Prijsindexering voor uitgaven en inkomsten 2024;

  • Prijsindexering belastingen 2024;

  • Algemene uitkering op basis van Meicirculaire 2023;

  • De rapportagegrenzen voor de rechtmatigheidsverantwoording 2023 en 2024;

  • De mate van sturing op de verbonden partijen 2024.

De belangrijkste nieuwe ontwikkelingen en wijzigingen in het meerjareninvesteringsplan staan ook opgenomen in deze kadernota.

Vertrekpunt

Financieel vertrekpunt voor deze kadernota is het meerjarenperspectief zoals gepresenteerd in de Programmabegroting 2023.

Bij het opstellen van de begroting gebruiken we het provinciaal toezichtskader als leidraad.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

Saldo structureel

1.915

3.780

-210

-760

Saldo incidenteel

-170

-60

-

-

Meerjarenperspectief Programmabegroting 2023

1.745

3.720

-210

-760

Uitgangspunt is dat het college een sluitend structureel meerjarenperspectief presenteert bij aanbieding van de Programmabegroting 2024. Het saldo van de kadernota is uitgesplitst in een structureel en incidenteel saldo. De provincie ziet toe op een positief structureel meerjarensaldo.

Financiële ontwikkelingen op een rij

In onderstaand overzicht zijn alle financiële effecten gecategoriseerd en op een rij gezet. De onderbouwing van de uitgangspunten en de toelichting op de ontwikkelingen worden verderop in deze kadernota toegelicht.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

Meerjarenperspectief Programmabegroting 2023

- structureel

1.915

3.780

-210

-760

- incidenteel

-170

-60

-

-

Totaal saldo meerjarenperspectief Programmabegroting 2023

1.745

3.720

-210

-760

Gevolgen loon- en prijsindexering

Loonindexering personeelskosten (4,7%)

-995

-995

-995

-995

Prijsindexering

- uitgaven (3,9%)

-535

-535

-535

-535

- inkomsten (3,9%)

80

80

80

80

- subsidies (4,3%)

-235

-235

-235

-235

- gemeenschappelijke regelingen (4,3%)

-180

-180

-180

-180

- bijdrage Duo+ (4,7%)

-350

-350

-350

-350

- belastingen (3,9%)

400

400

400

400

Algemene uitkering (gebaseerd op Meicirculaire 2023)

1.285

-215

-125

-505

Ontwikkelingen

Gevolgen Jaarrekening 2022

350

350

350

350

Autonome ontwikkelingen

- structureel

-2.395

-2.625

-2.825

-3.025

- incidenteel

-220

-

-

-

Nieuwe ontwikkelingen

- structureel

-660

-660

-660

-1.050

- incidenteel

-555

-265

-

-

Bijgesteld meerjarenperspectief Kadernota 2023

-2.265

-1.510

-5.285

-6.805

Wanneer bovenstaande effecten worden gesplitst in structurele en incidentele effecten leidt dat tot onderstaand meerjarenperspectief.

Saldo meerjarenperspectief Kadernota 2024

2024

2025

2026

2027

Structureel

-1.320

-1.185

-5.285

-6.805

Incidenteel

-945

-325

-

-

Bijgesteld meerjarenperspectief Kadernota 2024

-2.265

-1.510

-5.285

-6.805

Het structurele tekort in 2024 en 2025 is behoorlijk negatief en vanaf 2026 loopt het tekort fors op. Er zijn dekkingsmaatregelen nodig om tot een sluitend financieel meerjarenperspectief te komen.

Dekkingsmaatregelen voor een verbeterd perspectief

In de kadernota hoeft het structurele meerjarenperspectief nog niet vanaf 2024 sluitend te zijn. Bij de aanbieding van de Programmabegroting 2024 wel. Dat is een behoorlijke opgave maar we hebben er vertrouwen in dat we in ieder geval voor de jaren 2024 en 2025 tot een sluitend financieel kader zullen komen. Dit vertrouwen is er omdat in bovenstaand overzicht nog niet de stelposten voor de groei van Diemen zijn ingezet. Jaarlijks reserveren wij budget om (een deel van) de kosten van de groei van Diemen op te vangen. Onderstaand een overzicht van de stelposten voor de groei.

Stelposten Groei van Diemen

2024

2025

2026

2027

Uitbreiding formatie

150

300

450

600

Bedrijfsvoering

50

75

100

125

Bijdrage Duo+

100

200

300

400

Bijdrage gemeenschappelijke regelingen

100

200

300

400

Subsidies instellingen

50

75

100

125

Totaal Stelposten groei van Diemen

450

850

1.250

1.650

Voor 2024 kunnen we de stelpost van € 450.000 nog inzetten.

De komende jaren ontvangen we van het Rijk steeds meer specifieke uitkeringen. Deze uitkeringen ontvangen we voor een specifiek doel. Veelal waren we al gestart met de realisatie van die doelstellingen. Dat houdt in dat de specifieke uitkering deels ingezet kan worden ter dekking van reeds bestaande kosten. We ontvangen jaarlijks ongeveer € 1 miljoen aan specifieke uitkeringen. Verwachting is dat de helft toegerekend kan worden aan bestaande kosten.

De twee bovenstaande maatregelen leiden tot een zo goed als sluitend structureel saldo voor 2024 en 2025. Daarbij rekening houdende dat we het incidentele saldo verrekenen met de algemene middelen (reserve).

Financiële onzekerheid vanaf 2026

Er is veel disussie gaande tussen het Rijk en de gemeenten over de middelen die het Rijk beschikbaar stelt vanaf 2026. Gevolg hiervan is dat er een grote financiële onzekerheid is over het meerjarenperpectief vanaf 2026. De maatregelen die genomen moeten worden om tot een sluitend meerjarenpespectief te komen zijn ingrijpend. Wij achten het onverantwoord en onrealistisch om dergelijke ingrijpende maatregelen nu al te nemen bij de vaststelling van de Programmabegroting 2024. Onze strategie is de jaren 2024 en 2025 een sluitende structurele begroting aan te bieden en ons voor te bereiden op mogelijke dekkingsmaatregelen. Eerste stap hierin is dat we de komende jaren terughoudend zijn met nieuwe beleidsontwikkelingen en proberen de nieuwe ontwikkelingen eerst op te vangen uit de middelen voor bestaand beleid.

Bij de ambitie voor nieuwe of vervangende voorzieneningen speelt de financiële haalbaarheid een steeds grotere factor. Natuurlijk onderzoeken we hoe we daar slim en creatief mee om kunnen gaan door alternatieve dekkingsbronnen te onderzoeken.

Al vaker is aangegeven dat de reservepositie van de gemeente goed is. We gaan met de toezichthouder, de Provincie Noord Holland, in gesprek om te onderzoeken in hoeverre we de reservepositie in kunnen zetten om uiteindelijk tot een structureel sluitende begroting te komen.

De resultaten van onze bevindingen leggen we voor in de Programmabegroting 2024.

Stel uw tan:document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf